
Statement Floor Houwink ten Cate
Hieronder volgt het statement van Floor Houwink ten Cate als opening van het verdiepende programma in De Balie Amsterdam To Baby or not to Baby
waar Floor, Hedy D’Ancona, Liesbeth Smit en Ryan Ramharak in gesprek gingen over de vraag "Waarom willen we kinderen?" en hoe moeilijk het in deze maatschappij is het daarover te hebben.
Hallo iedereen,
Wat fijn dat jullie er zijn.
Normaal vind ik het als regisseur een slecht idee je eigen werk in te leiden.
Het moet voor zich spreken.
Maar vandaag is het anders. Vandaag doe ik het met liefde.
Want er is namelijk iets gebeurd.
Iets wat je kunt wegzetten als “iets kleins”, een incident.
Totdat er meerdere “kleine incidenten” doorheen het hele land plaatsvinden en je je begint af te vragen of er misschien sprake zou kunnen zijn van een tendens, een ontwikkeling terug in de tijd die al langer onder de oppervlakte suddert.
Het begon met een theater die onze voorstelling Battlefield of Dreams niet wilde boeken “omdat abortussen en fertiliteitstrajecten hier niet bestaan”.
Daarna werden we gebeld door een ander theater die onze opblaas-baarmoeder niet in de foyer wilde plaatsen in de weken voordat we kwamen omdat het “een provocerend object” zou zijn.
En tot slot werden we deze week zonder overleg gecanceld door weer een ander theater “vanwege tegenvallende verkoopcijfers dus is het niet de moeite waard te spelen voor de mensen die wel een kaartje hebben gekocht.”
Bij dat laatste moet je als maker proberen niet overgevoelig te reageren. Ik speel natuurlijk ook liever voor uitverkochte zalen met een joelende menigte die minutenlang een staande ovatie geeft en met hun voeten op de grond stampt omdat ze voor het leven veranderd is door onze kunst.
En ik snap dat er personeelskosten gedrukt moeten worden als de zaal niet vol zit.
Maar de beslissing dat een verhaal niet de moeite (lees: de kosten) waard van het vertellen is, een opblaas-baarmoeder provocerend is, en de leugen dat abortussen en fertiliteitstrajecten niet voorkomen in de plaats waar je theater staat, laat staan dat wij het willen hebben over sterilisaties bij vrouwen, stilgeboren kindjes, transpersonen die zwanger willen worden en meer-oudergezinnen, - noemden we dat vroeger niet gewoon censuur?
Nee, we praten niet makkelijk over onze persoonlijke ervaringen rondom reproductie.
Ook ik niet.
Ik wilde aanvankelijk een andere opening van deze tekst schrijven.
Over hoe ik 7 jaar geleden beviel van mijn eerste kind en niets ging zoals gepland of verwacht. Over hoe het kantje boord was en dat ik door die ervaring diep ontzag heb gekregen voor artsen omdat ze zowel mij als mijn kind hadden weten te redden en ik sindsdien bijna heilig in de maakbaarheid van ons bestaan geloof.
Over hoeveel schaamte en schuld ik desondanks ervaar omdat “ik het niet op eigen kracht heb kunnen doen” en in den beginne ook niet zielsgelukkig was met het kind, maar doodsbang, verdrietig en kapot.
Was “ik” of wie ik dacht te zou gaan zijn als ouder toch niet gewoon gestorven tijdens die bevalling? Tot ik me bedacht dat dit een vreselijk slechte introductie zou zijn van deze tekst omdat ik weet hoe gevoelig deze uitspraken kunnen liggen bij mensen die ongewenst kinderloos zijn.
En daarbij; hoe geprivilegieerd ik ben dat ik überhaupt nog leef - omdat vrouwen van kleur een veel hogere kans op sterfte hebben bij bevallingen, van zowel zichzelf als hun kind.
En dat ik daarom al die perspectieven heb geprobeerd te verwerken in Battlefield of Dreams omdat ze allemaal zo vreselijk tegenstrijdig en onrechtvaardig, en daarom belangrijk zijn.
Ik wil juist iedereen aan boord houden met deze tekst. Alle mensen met én zonder baarorgaan. Want we zijn er allemaal.
Het persoonlijke is politiek.
Theater is politiek.
Kunst is politiek. Als je gecanceld wordt, niet geboekt of als provocerend bestempeld is dat alleen maar het bewijs ervan.
In de kern gaat het over wie beslist welke verhalen, welke levens, de moeite (lees opnieuw: de kosten) waard zijn?
Over wie er mag zijn en wie niet?
Wie ertoe doet en wie niet?
Mensen vertegenwoordigen systemen en systemen worden in stand gehouden door mensen.
De vraag “to baby or not to baby” en de vraag in hoeverre we kinderen willen, kunnen of mogen krijgen in deze tijd en verrechtsing van de politiek, is niet per se makkelijk, humoristisch; een gezellig avondje uit.
Het is simpeler die vragen en de mensen die de complexe antwoorden willen blootleggen, het zwijgen op te leggen.
Maar dan verandert er niets.
Off the record en in de coulissen word ik al jaren deelgenoot gemaakt van eigen ervaringen of die van mensen die diegene kent en die struggelen met deze reproductiekwesties – ook door directeuren, programmeurs, marketeers, journalisten en beleidsmakers, en waarom bespreken zij/wij dit niet publiekelijk?
Waarom durven we het alleen in de intimiteit van een kleine ruimte, of tafel of in de beslotenheid van een spreekkamer te bespreken, maar niet met een grotere groep mensen?
Hebben we geen gezamenlijke verantwoordelijkheid voorbij de schaamte te gaan en het gesprek open te breken en te verdedigen wat er op het spel staat: onze zelfbeschikking en onze keuzevrijheid, die voor iedereen gelijk zou moeten zijn?
Laten we niet achteruit gaan, maar vooruit.
Maar goed, nu sta ik hier een beetje te schreeuwen terwijl ik liever mensen met een zachte hand verbind in plaats van polariseer.
Dat is wat ik met Battlefield of Dreams althans heb geprobeerd te doen, en wat de goede recensies gelukkig ook bevestigen.
Maar ik wil niet zwijgen over het systeem waarin dit project zich beweegt.
Ik werd daarin bevestigd toen ik afgelopen week Annemieke van Straalen van de Vrije Keuze Coalitie hoorde spreken tijdens onze voorstelling.
Toen onze vaste expert; verloskundige en wetenschapper Bahareh Goodarzi haar vroeg wat er nodig is voor verandering, antwoordde zij met zachte stem, vanuit haar tenen: “woede”.
En te midden van het publiek barstte ik in huilen uit.
Eindelijk iemand die het weer eens zei: “woede”.
En ik raakte vervuld van die woede én trots; trots op haar, ons project en de grotere beweging die we durven te zijn.
Wat ik ook voelde toen we met ons hele team van Theater Utrecht meeliepen met de Feminist March terwijl we om en om dit kolossale opblaas-baarorgaan door de straten droegen.
Woede en trots.
Wij zijn niet meer te stoppen.
En daarom: wat fijn dat jullie er zijn. Het gesprek is bij deze geopend!
Statement Floor Houwink ten Cate
Hieronder volgt het statement van Floor Houwink ten Cate als opening van het verdiepende programma in De Balie Amsterdam To Baby or not to Baby
waar Floor, Hedy D’Ancona, Liesbeth Smit en Ryan Ramharak in gesprek gingen over de vraag "Waarom willen we kinderen?" en hoe moeilijk het in deze maatschappij is het daarover te hebben.
Hallo iedereen,
Wat fijn dat jullie er zijn.
Normaal vind ik het als regisseur een slecht idee je eigen werk in te leiden.
Het moet voor zich spreken.
Maar vandaag is het anders. Vandaag doe ik het met liefde.
Want er is namelijk iets gebeurd.
Iets wat je kunt wegzetten als “iets kleins”, een incident.
Totdat er meerdere “kleine incidenten” doorheen het hele land plaatsvinden en je je begint af te vragen of er misschien sprake zou kunnen zijn van een tendens, een ontwikkeling terug in de tijd die al langer onder de oppervlakte suddert.
Het begon met een theater die onze voorstelling Battlefield of Dreams niet wilde boeken “omdat abortussen en fertiliteitstrajecten hier niet bestaan”.
Daarna werden we gebeld door een ander theater die onze opblaas-baarmoeder niet in de foyer wilde plaatsen in de weken voordat we kwamen omdat het “een provocerend object” zou zijn.
En tot slot werden we deze week zonder overleg gecanceld door weer een ander theater “vanwege tegenvallende verkoopcijfers dus is het niet de moeite waard te spelen voor de mensen die wel een kaartje hebben gekocht.”
Bij dat laatste moet je als maker proberen niet overgevoelig te reageren. Ik speel natuurlijk ook liever voor uitverkochte zalen met een joelende menigte die minutenlang een staande ovatie geeft en met hun voeten op de grond stampt omdat ze voor het leven veranderd is door onze kunst.
En ik snap dat er personeelskosten gedrukt moeten worden als de zaal niet vol zit.
Maar de beslissing dat een verhaal niet de moeite (lees: de kosten) waard van het vertellen is, een opblaas-baarmoeder provocerend is, en de leugen dat abortussen en fertiliteitstrajecten niet voorkomen in de plaats waar je theater staat, laat staan dat wij het willen hebben over sterilisaties bij vrouwen, stilgeboren kindjes, transpersonen die zwanger willen worden en meer-oudergezinnen, - noemden we dat vroeger niet gewoon censuur?
Nee, we praten niet makkelijk over onze persoonlijke ervaringen rondom reproductie.
Ook ik niet.
Ik wilde aanvankelijk een andere opening van deze tekst schrijven.
Over hoe ik 7 jaar geleden beviel van mijn eerste kind en niets ging zoals gepland of verwacht. Over hoe het kantje boord was en dat ik door die ervaring diep ontzag heb gekregen voor artsen omdat ze zowel mij als mijn kind hadden weten te redden en ik sindsdien bijna heilig in de maakbaarheid van ons bestaan geloof.
Over hoeveel schaamte en schuld ik desondanks ervaar omdat “ik het niet op eigen kracht heb kunnen doen” en in den beginne ook niet zielsgelukkig was met het kind, maar doodsbang, verdrietig en kapot.
Was “ik” of wie ik dacht te zou gaan zijn als ouder toch niet gewoon gestorven tijdens die bevalling? Tot ik me bedacht dat dit een vreselijk slechte introductie zou zijn van deze tekst omdat ik weet hoe gevoelig deze uitspraken kunnen liggen bij mensen die ongewenst kinderloos zijn.
En daarbij; hoe geprivilegieerd ik ben dat ik überhaupt nog leef - omdat vrouwen van kleur een veel hogere kans op sterfte hebben bij bevallingen, van zowel zichzelf als hun kind.
En dat ik daarom al die perspectieven heb geprobeerd te verwerken in Battlefield of Dreams omdat ze allemaal zo vreselijk tegenstrijdig en onrechtvaardig, en daarom belangrijk zijn.
Ik wil juist iedereen aan boord houden met deze tekst. Alle mensen met én zonder baarorgaan. Want we zijn er allemaal.
Het persoonlijke is politiek.
Theater is politiek.
Kunst is politiek. Als je gecanceld wordt, niet geboekt of als provocerend bestempeld is dat alleen maar het bewijs ervan.
In de kern gaat het over wie beslist welke verhalen, welke levens, de moeite (lees opnieuw: de kosten) waard zijn?
Over wie er mag zijn en wie niet?
Wie ertoe doet en wie niet?
Mensen vertegenwoordigen systemen en systemen worden in stand gehouden door mensen.
De vraag “to baby or not to baby” en de vraag in hoeverre we kinderen willen, kunnen of mogen krijgen in deze tijd en verrechtsing van de politiek, is niet per se makkelijk, humoristisch; een gezellig avondje uit.
Het is simpeler die vragen en de mensen die de complexe antwoorden willen blootleggen, het zwijgen op te leggen.
Maar dan verandert er niets.
Off the record en in de coulissen word ik al jaren deelgenoot gemaakt van eigen ervaringen of die van mensen die diegene kent en die struggelen met deze reproductiekwesties – ook door directeuren, programmeurs, marketeers, journalisten en beleidsmakers, en waarom bespreken zij/wij dit niet publiekelijk?
Waarom durven we het alleen in de intimiteit van een kleine ruimte, of tafel of in de beslotenheid van een spreekkamer te bespreken, maar niet met een grotere groep mensen?
Hebben we geen gezamenlijke verantwoordelijkheid voorbij de schaamte te gaan en het gesprek open te breken en te verdedigen wat er op het spel staat: onze zelfbeschikking en onze keuzevrijheid, die voor iedereen gelijk zou moeten zijn?
Laten we niet achteruit gaan, maar vooruit.
Maar goed, nu sta ik hier een beetje te schreeuwen terwijl ik liever mensen met een zachte hand verbind in plaats van polariseer.
Dat is wat ik met Battlefield of Dreams althans heb geprobeerd te doen, en wat de goede recensies gelukkig ook bevestigen.
Maar ik wil niet zwijgen over het systeem waarin dit project zich beweegt.
Ik werd daarin bevestigd toen ik afgelopen week Annemieke van Straalen van de Vrije Keuze Coalitie hoorde spreken tijdens onze voorstelling.
Toen onze vaste expert; verloskundige en wetenschapper Bahareh Goodarzi haar vroeg wat er nodig is voor verandering, antwoordde zij met zachte stem, vanuit haar tenen: “woede”.
En te midden van het publiek barstte ik in huilen uit.
Eindelijk iemand die het weer eens zei: “woede”.
En ik raakte vervuld van die woede én trots; trots op haar, ons project en de grotere beweging die we durven te zijn.
Wat ik ook voelde toen we met ons hele team van Theater Utrecht meeliepen met de Feminist March terwijl we om en om dit kolossale opblaas-baarorgaan door de straten droegen.
Woede en trots.
Wij zijn niet meer te stoppen.
En daarom: wat fijn dat jullie er zijn. Het gesprek is bij deze geopend!
